De nieuwe kolonie

Vergeet Suriname en Indonesië maar – blijkbaar heeft ons land alle overzeese gebieden ooit geruild tegen een kolonie veel dichter bij huis. Waarom had niemand me ooit verteld over Sobeč in Slovenië? In de doorwaakte roes na een hele nacht rijden leek het of we Nederland nooit verlaten hadden. Geen meter kon je er lopen of je zag iets van de ANWB, Vacansoleil of vakanties voor eenoudergezinnen aangeplakt. Zelfs de menukaart was er in het Nederlands. “Ja, 70% van de gasten hier is Nederlands,” wist een vrouw op de monsterlijke vijfsterrencamping. Drie nachten in een door Hollanders volgeparkeerd stuk bos. Om het positief te verwoorden: het kon hierna alleen maar beter worden.

Lekker dobberen in de Sava (EH)

Nu hadden we ons er gelukkig wel op ingesteld dat Slovenië vast de minst interessante bestemming van onze Joegoslaviëtour zou zijn. Vijf jaar geleden vermaakten we ons er best, maar toen was het winter en uitgestorven in toeristische hotspots als Bled en Piran. In augustus was stapvoets rijden het hoogst haalbare in deze hoek van het land en op de toiletten van Sobeč was het filepoepen geblazen. Maar goed, na Slovenië wachtten ons Bosnische bermen vol landmijnen, rakijaproeverijen in Servië en ongetwijfeld nog veel meer moois. Met een onafhankelijk Kosovo hadden we weer mooi zeven reisdoelen achterop de opnieuw oogstrelend mooie tourshirts. Alleen de voorkant week danig af van de drie voorgaande edities, met niet vier maar tien personen in fraai postcommunistisch design met de Joegoslavische Partizanenster op de achtergrond. Ben drukte ons vorig jaar in Albanië nog zo op het hart eerst zeven keer met alleen de mannen op tour te gaan, maar bij gebrek aan Zuid- dan wel Oost-Europees machismo gaven wij schoorvoetend toe zodra onze vriendinnen zichzelf uitnodigden ook eens mee te gaan.

Na op aanraden van een Servische denktank het geweer in Gijs’ handen met een hooivork vervangen te hebben, konden we naar de Balkan, al had Joost – zoals gewoonlijk – weer wat op onze tour aan te merken. “Fouter dan fout” heette het shirtontwerp nu, dus Joost bleef weer thuis. Sobeč mocht dan in dezelfde categorie vallen, zodra je aan de achterkant van de camping de helderblauwe Sava overstak stond je meteen in lieflijke Alpenweitjes tegen de rand van de bergen in het Triglavpark. Dat het groene gras een tikje stekelig was maakte weinig uit na een nacht zonder slaap. Dat vonden Eva en Ilva althans – zodra ik Rune neerlegde was het manneke weer klaarwakker.

Ook de kasteelnamen waren suf (JG)

Degenen die de serie The Walking Dead volgen kunnen zich een voorstelling maken van hoe ik er na een hele nacht rijden bij liep, met een duttende Rune in de kinderdrager richting Bled wandelend. Als extra draai aan de hele grap had meneer bedacht dat ie zijn zonnehoedje op dag één van de vakantie wel eens weg kon gooien. Zul je net zien dat de zon op de Balkan wèl schijnt. Inmiddels was Ilva voldoende uitgerust om in het campingrestaurant een scène te schoppen. Na een glas sap over zich uitgegoten te hebben eiste ze droge kleren. Toen ik daarmee terugkwam waren Eva en de kinderen verdwenen, terwijl het eten klaarstond op onze tafel. In maanden had ik niet zo rustig gegeten, al was de pret van korte duur. Ilva’s uithoudingsvermogen niet: urenlang spookte ze nog door de tent. Ja, de rest van de vakantie kon alleen maar beter worden dan vandaag.

Zoveel bleek direct de volgende ochtend al, toen Janine en Jaap nog nasmeulend van de Karawankertunnel de camping opreden. Sobeč bood weinig om de Oostenrijkse ergernissen te vergeten, maar in de ijskoud kolkende Sava was het heerlijk afkoelen. Met frissen moed besloten we dat we dat we dan maar net zo goed iets konden maken van die twee dagen in het beslist niet Oost-Europese Slovenië. Het liefst waren we gelijk weer in het azuurblauwe water van de Radovna gesprongen, maar eerst testten we de hulpvaardigheid van een willekeurige Sloveen. De oude man schakelde externe hulp in en slaagde met vlag en wimpel, daarmee de toon zettend voor de gehele vakantie. Vriendelijk volk hier op de Balkan. Even later liepen we door Pokljuška soteska, een diepe kloof waar niet de natuurlijke, vervaarlijk ogende stenen bruggen of tegen de rotswand geplakte houten trappen het gevaar vormden, alswel de hudpes. Wat dat ook mocht wezen. Een gammel hekwerk vol bierblikjes was de enige bescherming die tussen ons en de gevreesde hudpes stond, maar we konden slechts gissen of het hier dolle stieren, everzwijnen of hondsdolle vleermuizen betrof.

Joegoslavië op z'n minst interessant (EH)

Valse honden. De teleurstelling was groot, maar achteraf hadden we zoiets kunnen verwachten. We waren tenslotte in Slovenië. Wel een mooie naam voor een hond, Hudpes. Met de handrem er nog op reden we naar Bled, waar een competent ontmoedigingsbeleid voorkwam dat we te lang genoten van zoveel moois. Vijf jaar geleden mochten we er nog parkeren (of deden we dat in ieder geval) en vouwde Daan het laatste boompje dubbel opdat wij het kerkje op het eiland in het meer, met kasteel en besneeuwde bergen op de achtergrond, in volle glorie konden aanschouwen. Nu was het vol gas – met de handrem er weer af – terug naar Sobeč, waar Daan de gelederen versterkte.

Met Daan erbij besloten we niet alleen de alcoholconsumptie, maar ook de fysieke inspanningen drastisch te verhogen. Vanaf de afbrokkelende ruïne van Kamen Grad klommen we een kleine duizend meter naar Roblekov Dom. Hier helaas geen jolige accordeonmuziek zoals in de berghut die we eerder passeerden. We moesten het doen met fraaie vergezichten en stevige zuurkoolsoep. Nog één avond krijste Ilva alles bij elkaar, tot ze om half elf uitgeput in slaap viel. Waarna Rune het stokje gebroederlijk overnam. Iedereen had het wel zo’n beetje gehad met Slovenië – en Slovenië misschien met ons. De campinggasten in een straal van vijftig meter om onze tent in ieder geval wel.

Flop flop flop
Melancholia

3 Comments

  1. marijn (aannemende dat het de speth-variant is): daan kwam ook pas halverwege het verhaal in slovenie aan. wellicht is daarmee de weinige sloopacties te verklaren… 🙂

  2. Nou, als zelfs de kasteelnamen suf zijn kan ik Slovenië verder wel laten zitten ;p Er is overigens te weinig gesloopt in dit verhaal.

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*