Zou Roemenië eigenlijk wel zo leuk zijn zonder palinca? Het was voor de tiende keer dat Eva en ik erheen gingen, maar het sponsorplan voor de Jannis de Hullu Tour naar Schotland maakte dat ik mijn favoriete Oostblokland voor de eerste keer volledig nuchter zou ervaren. Geen eenvoudige opgave met mijn voorliefde voor het zelfgestookte bocht in zesdehands petflessen – ‘palinca’ als zoekterm invoeren op www.fiepke.nl geeft niet voor niets vijftig hits – maar als Gijs onwankelbaar Ierland durfde te trotseren zonder toe te geven aan Guinness of whisky, dan moest ik het ook kunnen. Ik hoopte alleen dat ik er minder chagrijnig van zou worden.

Al bij aankomst op Transylvania Airport bleek dat Roemenië ook zonder geestverruimende middelen nog altijd de moeite waard was. Autoverhuurder Laci stond ons op te wachten met een volledig winterklaar gemaakte Dacia. Inderdaad, dat betekende inclusief krabbertje voor de ruiten. Om deze investering terug te verdienen was de auto niet uitgerust met een cd-speler, maar met cassette deck. Verder wilde Laci graag vijftig euro meer voor de auto dan we hadden afgesproken. Tsja, wat had ik dan verwacht in Roemenië? Ik legde Laci uit dat we zo niet getrouwd waren, waarna hij zijn baas belde. “Sorry jongen, er moet echt vijftig euro bij.” Vooraf had ik me afgevraagd hoe deze mensen geld dachten te verdienen toen de huurprijs na mijn verzoek om een tweede kinderzitje en extra chauffeur met een volle twee euro naar boven werd afgerond, maar dit was dus het antwoord op mijn vraag. Toen ik voet bij stuk hield en Laci de uitgeprinte e-mail liet lezen belde hij zijn baas nog maar eens: “Het is goed.” Zelden zag ik een volwassen persoon zo hannesen met bedragen boven de twintig euro als Laci, die ruiterlijk toegaf geen wiskundige te zijn. “Zeg, kunnen jullie me trouwens een lift naar de stad geven?”
Ja, Caruno was een verhuurbedrijf naar mijn hart, zonder kantoor op het vliegveld en met iets anders dan cash hoefde je niet aan te komen zetten. Al baalde ik wel een beetje toen het signaal van Rock FM met Metallica, ZZ Top en Nirvana wegviel en we alleen nog konden kiezen tussen opera en dance. In Tîrgu Mureş en omgeving hadden de Roemenen het er maar druk mee om alles mudvol lelijke gebouwen en industrie te plempen. Het was bewolkt en er lag geen sneeuw om het ontbreken van oude Dacia’s en een deugdelijk bestemmingsplan met de mantel der liefde te bedekken. Het was moeilijk om deze tiende keer nog net zo verliefd te zijn op dit land als de eerste keer, bijna veertien jaar geleden. Toch duurde het nog geen half uur voor de eerste dronken Roemeen langs de weg wild naar ons stond te gesticuleren met een metalen trechter in zijn hand.
“Waarom hebben ze daar een schildpad op het dak gebouwd?” wilde Ilva nog weten over de glazen koepel op Transylvania Airport. “Ik vind huizen met dieren erop het mooist.” Dat trof, want in Sighişoara stak een hertenkop uit de muur van een Saksisch huis. De vakantie begon goed voor ons meisje, en voor ons ook. In de citadel van het middeleeuwse stadje zorgden sarmale, mititei en mămăligă ervoor dat het vlammetje van onvoorwaardelijke liefde toch weer voorzichtig wat groter werd. Daarna reden we door naar Braşov, waar het vanavond feest zou zijn. Alina was jarig, haar hele familie kwam over uit het zuiden en de kleine Calin wilden we ook wel eens zien. Maar eerst bewees Claudiu met zijn appartementenverhuur in het oude centrum van de stad niet onder te doen voor Caruno. We konden weer alleen contant betalen, beddengoed voor Ilva moest inderhaast opgehaald worden en handdoeken ontbraken eveneens. Wel had Claudiu een fles palinca voor me meegenomen. De man kon prioriteiten stellen.

Eva vond het appartement op een steenworp afstand van Piaţa Sfatului maar niks. Een deel van het glas van de badkamerdeur ontbrak, de toiletdeur kon niet op slot, de gordijnrails hingen scheef, de douchekop bleef niet hangen, de koelkastdeur kon niet dicht en er zat een gat in de muur. “Wat had je dan verwacht?” vroeg Bogdan de volgende ochtend. Er was geen feest geweest, er was geen logerende schoonfamilie en Bogdan was moe. Ja, wat hadden we dan verwacht? In ieder geval leek het met beleid sluiten van de douchedeuren minder op het oplossen van een Rubixkubus dan Claudiu de vorige avond deed voorkomen en stond het huis niet op instorten. Volgens Bogdan hadden we alle reden om ons over dit appartement in de handjes te wrijven.
Rune was thuis al weken uit zijn hum, maar bij Bogdan en Alina had hij het prima naar zijn zin. Onze kinderen kwamen gewoon suiker tekort. Nu we eens goed om ons heen keken zagen we het: in heel Roemenië liep geen mopperend kind rond. Rune en Ilva deden zich tegoed aan de stapels pufuleţi, pufarina, koekjes en pannenkoeken die een groot gedeelte van het kleine flatje innamen. Bij thuiskomst moesten we niet vergeten de tandartsverzekering van de kleintjes te upgraden. Zelf kreeg ik een tweeliterfles palinca, waar ik geen druppel uit mocht drinken. Teleurgesteld begon Bogdan er dan zelf maar aan. Hij hoefde voorlopig toch nergens heen, want in Roemenië mag je kiezen of de moeder of de vader negen maanden zwangerschapsverlof opneemt. Nooit eerder vond ik Bogdan zo lekker ruiken.
Na de kraamvisite bleef Calin, die door Ilva consequent Joep werd genoemd, thuis terwijl wij met Bogdan door druilerig Braşov liepen. Natte sneeuw daalde neer over de voor de openingsceremonie van het European Youth Olympic Winter Festival opgehangen vlaggen. Het was niet dat we ze nooit eerder hadden gezien, maar we liepen nog maar eens langs de stadsmuren, Turnul Alb, Biserica Neagră, Poarta Schei, Poarta Ecaterinei, Turnul Vânătorilor, de smalle Strada Sforii en Piaţa Sfatului. Braşov blijft een beetje de Efteling zonder kabouters, en net als bij de Efteling zou ik er het liefst elk jaar heen gaan. Zeker als je ’s avonds met Bogdan leuke films kunt kijken, zoals Holy Water. Een film die liet zien dat je ook zonder alcohol te drinken een fijne tijd kunt hebben.
Voor Calin geboren werd was hij altijd zo stipt, verzuchtte Bogdan. “Welkom bij de club,” hoorde ik 19 miljoen Roemenen roepen. De dag was alweer half voorbij toen we over een sneeuwpiste die voor openbare weg moest doorgaan naar Plaiul Foii reden. Banden in de loipes en glibberen maar, met inmiddels weer muziek in de Dacia. De man in het muziekwinkeltje waar we gisteren waren had nog wat onverkochte rotzooi staan. Hoe dieper hij in de kast graaide, hoe meer death metal er op de toonbank verscheen. Probeer dat in Nederland nog maar eens – cassettebandjes vragen. De schansspringwedstrijd in Râşnov en het helaas gesloten Bear Sanctuary in Zărneşti voorbij rijdend gingen we de kinderen uitlaten in het Piatra Craiului nationaal park. In tegenstelling tot sommige andere mensen herkennen Roemenen een slecht plan zelfs niet als ze er middenin zitten, getuige het affreuze bezoekerscentrum van het nationaal park. Bedoeld als iets organisch dat een harmonieuze eenheid met het landschap moest vormen, moet toch iemand halverwege hebben geconstateerd: “Nee, dit wordt niks…”

Na de besneeuwde bergen bij Plaiul Foii mochten we ’s avonds nog de echte pistes van Poiana Braşov op. Het was alweer twaalf jaar geleden dat ik Postăvarul met Bogdan beklom, en in een ratrac ging het heel wat sneller. Bogdans vriend Adi werkte als ratrac- of Pistenbullychauffeur en we mochten best een eindje met hem meerijden. In het donker met een machine op rupsbanden die 250 liter brandstof per acht uur verbruikt over hellingen tot 70% crossen, terwijl je er een biertje bij mocht (of in ieder geval kon) drinken – het klonk Bogdan en mij als een droombaan in de oren en Ilva was het helemaal met ons eens. “Hoe vet is dit?” vroeg ik haar. “Hééééél vet!!!” riep ze enthousiast. Adi dacht er anders over. Tuurlijk, je zag vaak beren en als hij blowde in de ratrac had hij hele strategieën hoe hij de voor zich uitgeschoven sneeuw op de piste zou positioneren, maar na de eerste twee seizoenen was het nieuwe er wel af.
Nou, veel toeristen zouden grof geld betalen voor een half uurtje op de ratrac, maar dat hadden Adi en Gabi in ieder geval niet begrepen. In de berghut bovenaan de pistes kregen we zelfs een bord warm eten van ze. Beren zagen we vandaag niet en via het Futodrom tussen Poiana Braşov en Braşov, waar stelletjes niet alleen van het uitzicht op de stad genoten, reden we terug over de slingerende weg het dal in. Weg uit de sneeuw – maar niet voor lang.
Leave a Reply